Mededogen ontwikkelen begint in jezelf. De kritische stem in je hoofd over alles wat je doet, moet geblokt en geneutraliseerd worden zodat we milder over ons zelf kunnen nadenken.
Die kritische stem, dat oordeel over jezelf, kan een ware hindernis zijn om het beste uit jezelf te halen. Elke sporter weet dat de manier waarop hij/zij nadenkt over de komende prestatie medebepalend is voor het resultaat. Je kan jezelf dus in een verkramping brengen door je denken. Uiteindelijk vernauwt het je mogelijkheden en beperkt het je in je toekomst.
Dit proces kennen we allemaal en duidelijk is dat we het mededogen, de compassie, in eerste aanleg op onszelf mogen richten. Dat is de eerste kring van waaruit je de wereld instapt. Aandacht en betrokkenheid ontwikkelen op je eigen leergeschiedenis, de wijze waarop je door het leven en omstanders gevormd bent, betekent jezelf ‘echt’ zien staan. Dan ga je de hindernissen zien die je bent tegengekomen en herken je de krassen op je ziel, je gevoeligheden en neigingen om juist op die manier te reageren.
In het boek van Tara Brach beschrijft zij een verhaal van een kleine jongen, Narayan, die een mierenkolonie krijgt en deze met hart en ziel bestudeert. Door zijn warme belangstelling ontwikkelt de jongen een band met de mieren en leert hij ze kennen. Daarna komt de jongen op school en ziet hij hoe anderen met mieren op het schoolplein omgaan: jongens proberen zoveel mogelijk mieren dood te trappen. Narayan is geschokt. Zijn kring is groter geworden door de aandacht en betrokkenheid op de mierenkolonie bij hem thuis. Zijn mieren kunnen dan ook rekenen op zijn compassie.
Aandacht is de meest basale vorm van liefde. Als we aandacht geven, laten we toe dat het leven ons raakt en wordt ons hart vanzelf ontvankelijker en meer betrokken.
Rainer Maria Rilke beschreef het in een dichtregel heel treffend:
Ik leef mijn leven in steeds ruimer wordende kringen
Die zich uitstrekken over de wereld.
Wellicht zal ik de laatste nooit voltooien,
maar ik geef mezelf eraan over.
Soms blijven we liever in onze eigen kring en kijken naar de ander vanuit een oordeel en enige afstand. Vanuit het streven om het mededogen te ontwikkelen, is aandacht en betrokkenheid op die ander nodig om zijn of haar context beter te begrijpen. Wie weet herkennen we dan de dwaling die we menen te zien bij die ander in ons zelf beter. We ontdekken dan dat we in hetzelfde schuitje zitten.
Jules Deelder, Rotterdamse dichter, beschreef het zo: ”de omgeving van de mens is de medemens”.
Namasté,
Sjaak Ruivenkamp
Met dank aan Tara Brach en haar boek:
Het leven liefhebben door acceptatie.