Geluk is een manier van kijken
september 24, 2018
Wonen bij jezelf
oktober 7, 2018
Laat alles zien

De woestijn

De woestijn toont de mens zijn eigen, fundamentele onmacht, en laat hem geen andere keuze dan kracht te vinden in ‘het hogere’. Een woestijn is te typeren als een groot gebied waar minder dan 20 cm regen per jaar valt. Dat betekent dat door bergketens, oceanen, tropische gebieden de regen – het voedende – al elders is gevallen; het is óp, en voor dat gebied is slechts de zandstorm en de hitte over; als je er onvoorbereid doorheen wilt trekken, kom je je eigen onmacht tegen en sterf je een langzame dood.

Door de woestijn trekken betekent in ieder geval een goede voorbereiding treffen; je kleding, alles wat je mee wilt nemen moet door de realiteit, door het oog van de naald kunnen, omdat in de hitte van de woestijn teveel bagage dodelijk kan zijn. Er zijn daar geen steunmasten voor google of internetverbinding dus je zult op een andere manier je weg moeten vinden. Even iemand bellen om opgehaald te worden lukt niet want je bent echt helemaal alleen. Het voedsel voor onderweg moet je dicht op je huid bij je dragen want daar in die desolate omgeving vind je geen kruiden, vruchtdragende bomen of kleine herbergjes die je van eten kunnen voorzien. Je begint snel door te krijgen dat het reizen beter heel vroeg of zelfs in de nacht moet gebeuren omdat het anders te heet wordt voor je. In het brandpunt staan van de zon, jouw zon, doet elke stap die je wilt zetten smoren, en verlamt sta je daar dan terwijl het vocht langzaam uit je weg trekt.

In deze tijd van Tripadvisor, Tui, en andere instituten waar je lange en vreemde reizen kunt boeken, zie je ook het verschijnsel optreden dat de woestijn als een aantrekkelijk gebied wordt gekenschetst. Op een kameel of steppe paard trek je – onder strakke leiding van een gids naar onherbergzame gebieden. Het is dan een heerlijk ‘ontsnappen’ aan de gekte van het dagelijks leven om in een bijzondere afgeslankte vorm – toch nog verzekerd van een veilige thuisreis – de afmatting en ontbering in te stappen, om dan gelouterd door de kaalheid en pracht van de woestijn, weer terug te keren naar de wereld van Google, Microsoft en Facebook. Bieke Vandekerckhove (haar boek “De smaak van stilte” is een aanrader) zegt hierover: “Tot elke woestijn is de mens bereid. Overal wil hij gaan zitten. Zolang het maar niet in zijn eigen woestijn is.” Zij schrijft verder: “Ook ik hunker naar woestijnen… in afgelegen abdijen, in desolate streken en onherbergzame natuur, in de donkerte van de nacht, in sesshins, in grote steden. Maar praat niet over de woestijn die in mijn eigen lichaam woedt, de gedachten over wie ik ben en wat ik nog kan en vooral wat ik niet kan… Die woestijn ontvlucht ik. Ik schuw haar meedogenloze hardheid. Ik ben er als de dood voor. Ik kan de kille aanblik van haar kaalheid niet verdragen. De spiegel waarmee ze mij aan mezelf toont, boezemt mij angst in.

Hisamatsu (zenmeester en filosoof 1889 – 1980) zei het heel treffend toen hij een leerling een Koan opgaf: ”Ga staan waar geen plek is om te staan”

Namasté,

Sjaak Ruivenkamp

Comments are closed.