Wat is zen? Deze vraag houdt vele mensen bezig. Diverse zenmeesters hebben daar wisselende antwoorden op gegeven. De ene zenmeester steekt slechts zijn wijsvinger op als antwoord; dat was zijn vorm van onderricht. De ander eet op het podium alwaar die vraag van een student op hem afkwam een banaan. Als de vraag herhaald wordt, gooit hij de schil weg.
Weer een andere zenmeester vuurt op de vraag “wat is zen” een indringende tegenvraag af op de vraagsteller: “Toon mij uw gelaat voordat uw ouders geboren waren?”
Het is de indringendheid die een zen ervaring teweeg kan brengen; een totaal wegvallen van afleidende gedachten, een alom aanwezige verbijstering, een totale NU ervaring. Daar gaat zen over. Vele boeken zijn er vol over geschreven en vaak in de vorm van ontkenningen: wat zen niet is.
Zen is te begrijpen door de ander de weg te wijzen maar je zal het zelf moeten gaan ervaren. Niemand kan je deze ervaring geven; er is geen knop ergens waar je op kan drukken om die ervaring te ontvangen. Belangrijk is de Dharma, het onderricht. De boeddha gaf aan dat de gedachten die wij eindeloos hebben het lijden veroorzaken. Vertaal het woord lijden naar onrust, ontevredenheid, haast gevoel, irritatie, schuld en schaamte; kijk naar de twijfel die wellicht in je leven ondergronds sluimert, beschouw je algemeen welbevinden en durf te kijken naar die leefgebieden waar je iets mist. Daar gaat het lijden over.
De gedachten zijn hierin bepalend. In die zin zijn onze gedachten ook een ingang om de daarachterliggende gevoelens beter te leren kennen. Gedachten hebben drie aspecten:
Er is een inhoud; het is object gericht. Vaak komen de gedachten via de zintuigen bij ons binnen. Het boeddhisme duidt het denken ook aan als een zintuigelijke ervaring. Van de ene gedachten komen diverse associaties op gang en kan een groot verhaal gestart worden. Het denken is nieuwsgierig en heeft de intrinsieke behoefte te willen ordenen, te categoriseren. Het denken maakt op die manier van de wereld een gesloten, begrensd systeem.
Achter de inhoudelijkheid van onze gedachten is altijd een drijfkracht, het voortstuwende, het aantrekkelijke van de gedachte, dat wat ons bindt aan die gedachte. Gedachten zijn vaak verbonden met drie vormen van emoties. Er is – vanuit onze overlevingsdrift – sprake van angst. De woede is verbonden met onze zelfbevestiging en er is begeerte, het verlangen. We zijn behoeftige wezens en we zoeken voortdurend naar vervulling, naar verzadiging, naar geluk. De angst, woede en verlangen kan je verder differentiëren: zorg hebben om, jaloers zijn op, verveeld zijn en je onvervuld voelen. Kortom de gedachte heeft een drijfkracht: de emotie.
Een gedachte wordt verder gekenmerkt door een overtuiging dan wel een oordeel. Al dan niet met kracht naar buiten of naar binnen gericht. Deze oordelen en overtuigingen geven de ordening van gedachten een heldere structuur, een afgebakend verhaal over hoe het zit en wat er gaat gebeuren.
De stilte en de leegte van het zitten, van zazen, is daarom zo lastig omdat het verstand bezig wil blijven. Er komt een mentale en soms ook fysieke weerstand, om in die leegte te verblijven. Het denken wil zich op iets richten. Zie daar de blokkade om een zen ervaring op te doen.
Namasté,
Sjaak Ruivenkamp