In de ZEN-meditatie proberen we om de aandacht naar hier en nu processen te brengen. We volgen de adem en ervaren dat de actuele stand van zaken in ons leven IN die adem is gaan zitten. De turbulentie van alledag, de onrust omdat er iets gaande is, onbewuste en onverwerkte bubbels zijn allemaal aspecten van ons en kunnen we terugvinden in de adem. Het is de wijze waarop de adem door het lijf loopt.
In dat aandachtig schouwen van de adem tijdens het zitten, schieten allerlei gedachten door ons heen. Dat gebeuren kan zo dominant worden dat je gedachten zelfs een fysieke verandering in je lijf teweegbrengen. De pijn in je benen wordt heviger, de onrust wordt groter, gedachten over zinvolheid dringen zich op en bij dit alles is het ultieme antwoord: in beweging komen en ‘iets’ gaan doen. Maakt niet uit wat, als je maar bezig bent. Zitten in stilte en blijven schouwen naar wat zich aandient is dan een te groot ongemak waar we van weg willen.
Het Boeddhisme leert ons o.a. dat het denken – zeker in onze westerse wereld – te serieus genomen wordt. Het denken is zo dominant geworden dat we ermee versmelten en het ons hele zijn vervuld. De twee pijlen theorie is een verklaring over het lijden, het ongemak, het ongelukkig zijn, zoals de historische Boeddha die in zijn vier edele waarheden uiteenzette. Deze theorie is heel simpel maar heeft een enorme diepte en grote reikwijdte.
De eerste pijl is heel direct en onvermijdelijk: het leven raakt je soms hard en pijnlijk. Er gebeuren nu eenmaal dingen die ons treffen en uit balans halen; dat kan van alles zijn: Life can be hard! Echter, direct na de eerste pijl komt de tweede pijl. We worden nogmaals getroffen maar nu door ons denken over wat de eerste pijl ons gebracht heeft. Die tweede pijl – zo zegt de Boeddha in zijn leringen – doet ons lijden. Pijn en ongemak blijven komen en gaan maar het lijden doet ons verstarren en de pijn wordt omgezet in (soms) diepgaand lijden. We ervaren onrecht, we voelen ons slachtoffer, we worden onderdrukt, we ervaren een innerlijke druk om iets te doen of te laten. Het ‘heilige moeten’ komt in ons leven.
Deze eeuwen oude theorie vanuit het Boeddhisme is de afgelopen 50 jaar overgenomen door de moderne westerse psychologie en therapie stromingen. Veel onderzoek heeft een aantal clusters naar voren gebracht waarin ons denken een enorme hindernis voor geluk kan vormen. Globaal gezien zijn er drie clusters van denken die onze vrijheid beperken en de boel vastzetten en in verstarring brengen:
- Een heleboel gedachten gaan over wat we zouden moeten doen of laten. Wat mag en wat niet. Het zijn allemaal eisen aan onszelf en vormen een soort regelboekje waar je je aan moet houden. Een persoonlijk wetboek van strafrecht: op overtreding volgt schuld en schaamte!
- Een ander cluster van gedachten gaat over de ander: onze partner, leidinggevende, collega, vriend, familie; mensen die een rol in ons leven spelen. We hebben verwachtingen – soms heel hooggespannen – over hoe die ander zich moet en zal gaan gedragen. Op overtreding volgt een gevoel van frustratie, boosheid, teleurstelling of soms een gevoel er niet toe te doen voor die ander.
- Het laatste cluster gaat over de omstandigheden waarin wij leven en de wereld zoals die op dit moment zich manifesteert. Willen wandelen en dan regent het, feest willen vieren maar dan is er een Covid-19, plannen maken maar dan verdwijnt je baan. Allemaal zaken waar we geen invloed op kunnen uitoefenen maar ons wel raken. Als onze verwachtingen niet opgevolgd worden kan frustratie, boosheid, rebels gedrag of een somber gevoel optreden.
ZEN-meditatie is erop gericht om dit gehele proces van denken, voelen en lijfelijke gevolgen te gaan doorzien. Er met een milde innerlijke blik naar te kijken om uiteindelijk steeds beter in staat te worden om met een gelijkmoedigheid te reageren op al het ongemak wat het leven nu eenmaal brengt.
Namasté,
Sjaak Ruivenkamp