Als kind word je voorgeleefd hoe je je in je gender dient te gedragen; ook de biologische aspecten spelen een grote rol. Je wereld wordt groter en je ziet steeds meer bevestiging op een gevestigd beeld in je zelf. De vorm waarmee jij uitdrukking geeft aan het vrouw – of man zijn wordt typerend en krijgt de neiging een identiteit te worden. Volgens een bepaalde identiteit leven is jezelf ook tekort doen. Je versmalt tot een mentaal beeld en ziet jezelf de dingen doen en nalaten conform dit innerlijk beeld. Gioconda Belli schrijft in haar boek: ‘Kroniek van liefde en oorlog’ het volgende:
“Ik ben twee vrouwen geweest en heb twee levens geleid. Eén van mijn vrouwen wilden alles volgens de klassieke kronieken van vrouwelijkheid doen: trouwen, kinderen krijgen, gedienstig, meegaand en voedend zijn. De ander wilde de voorrechten van de man: onafhankelijkheid, voor zichzelf opkomen, in het openbaren leven staan, mobiliteit, minnaars hebben.
Leren hen met elkaar in evenwicht te brengen en hun krachten te verenigen, zodat hun gevechten, hun bijten en de haren uittrekken mij niet zouden verscheuren, heeft mij een groot deel van mijn leven gekost. Ik denk dat ik ten slotte heb bereikt dat beiden onder mijn huid samenleven. Zonder het vrouw zijn op te geven, meen ik dat ik erin geslaagd ben ook een man te zijn”.
In de zazen zitten wij stil en onbewogen. Dit stil, bewegingsloos zitten is een puur lichamelijke activiteit, een wijze van doen waar lichaam en geest samenvallen. Tijdens dit stille zitten raakt het lichaam vervuld van een bepaalde concentratie, samadhi genaamd. Die concentratie wordt verkregen doordat er mentaal een stap achterwaarts wordt gemaakt, dat wil zeggen: de normale buitenwaartse aandacht, de mentale intentionaliteit, waarmee de dingen van de omgeving worden gevat wordt vervangen door een lichamelijke intentionaliteit. Anders gezegd, de ideeën, denkbeelden, emoties waarmee het alledaagse op ervaring gerichte ego het lichaam bedekt, worden er ervan afgetrokken zodat er een onbedekt zittend lichaam rest. Dan kan een enorme vrijheid ontstaan, een vrijheid die niet past in welk (gender) beeld dan ook.
Vanuit welk beeld leef jij je leven? Welke kroniek van man – of vrouw zijn heb jij geschreven? Zijn er verlangens die niet horen in dat gangbare beeld? Waar is je handelen op gebaseerd?
Een handeling betekent niet dat je niets doet en je stilhoudt, maar dat je alles toestaat om de doen wat het van nature doet. Zodat alles naar zijn aard kan bestaan. Als je afziet van handelen dat tegen de natuur of tegen de aard der dingen ingaat, ben je in harmonie met Tao en zullen je handelingen voorspoedig zijn. Door niet handelen kan alles gedaan worden. Dit betekent: meegaan met wat er is. Wu–Wei!
Namasté,
Sjaak Ruivenkamp