De reis die uitgebeeld wordt met de plaatjes ‘Het temmen van de os’, is geen verandertraject of transformatieproces. Het moedigt niet aan om de nare kanten van jezelf onder ogen te komen en via meditatie daar verandering in aan te brengen. Het geeft ook geen moreel kompas over hoe te leven om een spreekwoordelijk ‘goed mens’ te zijn of te worden. Alhoewel zen meditatie vaak gebruikt wordt om de onrustige geest enige momenten van rust en ontspanning te geven is het daar niet op gericht. De uitroep ‘ik had een heerlijk zen momentje’ heeft niets met zen meditatie te maken en staat ver weg van het zen boeddhistisch perspectief.
Toch moedigt zen je aan om jezelf beter te leren kennen. Het paradoxale daarin is dat het enerzijds van je vraagt om jezelf te beschouwen en anderzijds nodigt het uit om het Zelf los te laten en te gaan ervaren dat er geen Zelf is. Jezelf beter leren kennen betekent in deze context dat je gaat begrijpen op welke wijze je in het leven staat; welke onderliggende drijfveren bepalend zijn voor je gedrag. Dat je gaat ervaren dat je in bepaalde omstandigheden meer ‘aan’ staat dan anders en doorziet waardoor dat gebeurt.
De onwetendheid opheffen en gaan inzien dat jouw waarheid een geschiedenis heeft die het heden invult en vorm en inhoud geeft aan het nu. Jouw typische manier van omgaan met de omstandigheden – plezier, gemak en ongemak – zijn allemaal gestolde ervaringen die als een echo uit een verleden oprijzen.
Als de wijze waarop je met het leven mee, dan wel tegen beweegt bepaalt wie jij bent en je daar IK van maakt, is het verleidelijk om daar je ook mee te vereenzelvigen en je identiteit door te laten bepalen. Een Zelf is daarmee een vanzelfsprekend construct geworden. Je Zelf zijn is comfortabel en geeft houvast en stabiliteit. Je onderscheid je van anderen en daarmee start een proces van constante vergelijking met die ander. Een Zelf heeft die vergelijking ook nodig om de uniciteit te ervaren van wie jij bent.
De prijs van die uniciteit – dat IK gevoel – is dat die gestolde ervaringen, die echo’s uit het verleden, levend gehouden moeten worden en je daardoor beperken en kaderen. De zen vraag: ‘Kan je twee keer in dezelfde rivier stappen?’ heeft daar betrekking op. Met een Zelf voor ogen en als houvast, doen wij dat keer op keer; steeds weer stappen we in dezelfde foto van de rivier; niet in de rivier maar in de foto van de rivier.
Zen training is gericht op het ontwikkelen van een bedding om dat houvast los te kunnen laten en jezelf als een veranderend wezen te gaan beschouwen. Het is een reis ‘om niet’, er is geen doel en geen resultaat om te behalen; doelloze doelgerichtheid noemen we dat binnen de zen literatuur. Er is vertrouwen voor nodig om zonder doel of resultaat te blijven zitten.
Er is ontvankelijkheid nodig om de subtiliteiten van dat Zelf te gaan doorzien en op welke wijze het een impact heeft op je fysieke gesteldheid. Steeds weer heeft het Zelf de neiging je af te leiden dus er is veel aandacht nodig om zonder oordeel te ervaren wat er nu is. Je gaat zaken tegenkomen die binnen de vergelijkingsmodus niet fijn zijn om te erkennen.
Acceptatie – zelfliefde – is de zon die de bevroren toestand van het Zelf doet smelten. Zen is ook hard en meedogenloos; het doet pijn, is saai en vervelend en past zeker niet in het dagelijks programma maar discipline is nodig omdat het Zelf vecht voor behoud, onderscheid en een repeterend ritme wat ons een gevoel van zekerheid geeft. Een ‘zen momentje’ is dan een worsteling, dan weer vredig en geaard, dan weer onrustig en bewogen. Een weg ‘om niet’.