Voordat prins Siddhartha Gautama de Boeddha werd, had hij een lange weg afgelegd. Het was allemaal begonnen toen Siddhartha met zijn wagenmenner Channa buiten de paleismuren kwam. Daar buiten die muren werd hij zich bewust dat er lijden is. Met deze ontdekking begon zijn reis om de waarheid te vinden die het hart en de geest kan bevrijden van dat lijden. Tijdens deze reis heeft Siddhartha veel omzwervingen gemaakt, is hij bijna gestorven en zal hij ook vast weleens radeloos zijn geweest. Uiteindelijk kwam hij tot stilstand onder de Bodhiboom waar hij ging zitten.
Onder deze Bodhiboom werd hij diverse keren bezocht door Mara. In het sanskriet betekent Mara ‘Waan’. Mara bezocht hem in vele verschillende gedaantes; woeste stormen, verleidelijke mooie vrouwen, razende demonen. De hele nacht werd Siddhartha aangevallen door de legers van Mara die hun pijlen op hem afvuurden. Het verhaal gaat dat hij alle aanvallen ontving met een open en liefdevol hart. Bij het aanbreken van de dag overwon Siddhartha de grootste aanval van Mara door de grond aan te raken en zijn meedogendheid te laten spreken. Hierop vluchtte Mara en verdwenen alle sporen van de waan. Siddhartha werd toen de Boeddha, de ontwaakte.
Eind goed al goed zou je denken. Het bewust worden van andere waarheden (lees: het verlaten van de paleistuin). De zoektocht naar je eigen IK (lees: de reis) en het doorstaan van de diepste pijnen (lees: het zitten onder de Bodhiboom) zou ons toch tot een ‘verlichte’ ziel moeten maken. Het verhaal van de Boeddha gaat echter verder.
Mara was weliswaar in verwarring gevlucht maar later bleek dat dit slechts tijdelijk was. Zelfs nadat Siddharta de Boeddha was geworden werd hij regelmatig, onverwachts, bezocht door Mara. Ananda, de trouwe volgeling van Boeddha, waakte over het welzijn van zijn meester en vermelde dan vol ontzetting dat ‘de Slechte’ was teruggekeerd. In plaats dat Boeddha Mara wegstuurde of negeerde, erkende hij de aanwezigheid van Mara. Hij nodigde Mara uit om thee te komen drinken en behandelde hem als een respectabele gast. Tijdens het bezoek van Mara bleef de Boeddha vrij en onverstoord. Mara bleef dan een tijdje en ging daarna weer weg.
Dat Mara ons in het leven blijft bezoeken is een feit. De vraag, of misschien beter gezegd, de uitdaging is om Ananda te horen als die ons waarschuwt. En daarna tegen Mara te zeggen: “Ik zie je, Mara. Kom en drink thee met mij.”
In welke vorm waarschuwt Ananda jou? En ben jij dan in staat om liefdevol, met mededogen naar jezelf, te zijn met jouw Mara?
Namasté,
Brigitte Ruivenkamp