Spiritueel leven is niet zweverig en vaag; mee doen aan een zen training of een klankschalen middag maakt je niet spiritueel. Veel zelfhulpboeken lezen brengt je niet verder en zet niets in beweging. Een leraar vinden en haar of hem loyaal gaan volgen kan verstandig zijn maar dient opgevolgd te worden door meer dan alleen het volgen van de leraar.
Spiritueel leven is lastig en soms niet altijd vol te houden; het vraagt van je dat je doorziet waar het in essentie bij jou in een bepaalde situatie echt over gaat; dat je alle factoren die naar de ander wijzen of naar de omstandigheden niet centraal stelt maar je eigen aandeel wilt gaan zien en daar verantwoordelijkheid over wilt nemen. Spiritueel leven is het ten volle aanvaarden van je eigen verantwoordelijkheid over je gemaakte (al dan niet bewuste) keuzen. Dat vraagt een vermogen van jou om reflectief te kunnen zijn, om te kunnen schouwen naar hetgeen in je leven zich afspeelt.
Vorige keer hebben we gesproken over mentale lenigheid; een yoga voor de geest, het oprekken van je blokkerende en dwingende gedachten over hoe het zit en wat waar en niet waar is, wat goed en fout is, wat moet kunnen en wat niet. Het zitten in stilte – de zen training – gaat over het leren kennen van al die gedachten, gevoelens en hoe deze vast komen te zitten in je lijf en in je gedrag. Gaan zien dat we daar een ‘Zelf’ van hebben gemaakt; een statisch, stabiel zelfbeeld over wie wij zijn.
Mentale lenigheid gaat over nieuwsgierigheid en ontvankelijkheid naar het andere; los kunnen laten van je waarheid, je stellige opvattingen over hoe het zit; niet omdat elke overtuiging fout is maar omdat het iets anders uitsluit. In het uitsluitende, in dat wat je niet toelaat, komt er een verstarring en wordt het leven geblokkeerd. Dat andere, wat jij niet toelaat, komt daardoor tegenover je te staan, buiten je en daarmee wordt het vreemd. Dan kan een proces van verdere dualiteit en vervreemding op treden en zelfs demonisering en polarisatie. In de samenleving is dat op dit moment sterk aan de orde.
Binnen de zen training hebben we het veel over leren kennen van datgene wat zich aandient; vaak zijn dat gewaarwordingen in het lijf, binnen je emotie en gedachten. Je lijf en mentale bewustwording zien als een herberg waarin alles wat er is, gasten zijn die je gastvrij ontvangt en wilt leren kennen (Rumi: de Herberg). Zo binnen zo buiten: dat gegeven om datgene wat je niet kent te willen leren kennen, is niet alleen onze eigen opgave – je schaduw leren kennen noemde Jung dit proces – maar ook buiten ons in de wereld waarin wij leven. Ook daar is onze opdracht om ontvankelijk te blijven voor datgene wat we niet kennen. Daar gaat mentale lenigheid over.
Dat andere, dat vreemde leren kennen is als het werk van een goudzoeker in de bedding van de rivier. Zwaar werk om met de zeef door de drek van de rivierbodem te gaan om daarna een zeef vol drek en stinkende modder op te halen. Met water verdunnen en voortdurend zeven om te onderzoeken welk goud stukje in de zichtbare drek zit. Niet te snel weg gooien want voordat je het weet heb je iets waardevols in de drek niet gezien. Onze ogen zijn er niet op gericht om in de drek ook goud te willen aantreffen; om geduldig te blijven zeven, weg te spoelen wat niet van waarde is maar alleen uiterlijke vertoon, om uiteindelijk een korrel, een flintertje te kunnen zien als representant van het nieuwe, dat wat niet zomaar zichtbaar is.
Zen training is in de drek van je bestaan willen blijven zoeken naar het waardevolle, naar het vernieuwende; Zen training is buiten je eigen bubbel van weten en waarheid durven treden om in de drek van de samenleving het goud te vinden. Dat stukje wat niet zomaar prijsgegeven wordt maar wat gevonden mag worden. Graaf mijn gezicht op en maak me mooi, toon mij uw gezicht voordat uw ouders geboren waren. Dat is zen training en daar gaat spiritueel leven over.
Namasté,
Sjaak Ruivenkamp