Leiderschap nemen (5)
oktober 19, 2020
Leiderschap nemen (7)
november 2, 2020
Laat alles zien

Leiderschap nemen (6)

Om verantwoordelijkheid te kunnen nemen in het leven, je eigen keuzes te maken, is het noodzakelijk dat je in staat bent om je emotie niet de lead te laten nemen in je leven. Terwijl van alles buiten ons een symbolische waarde kan vertegenwoordigen en daarmee van binnen bij ons veel in beweging zet, is het noodzakelijk dat wij die opkomende impuls, die dwingende beweging naar de ander of naar een situatie, leren te bedwingen en ons gedrag er niet door laten bepalen.

Zelf kom ik enkele oude impulsen tegen bij de opvoeding van ons nieuw gezinslid: een 8 weken oude honden pup, een Korthals Griffon. Een vreselijk lief hondje en een terrorist tegelijk. Zijn gepiep en lawaai als hij zijn zin niet krijgt gaat bij mij door merg en been. Ik voel een oude angst opkomen, geleend van mijn moeder, over ‘wat de buren er wel niet van zullen vinden’. Ik ben dan geneigd om harder in te grijpen dan nodig en gewenst om de harmonie met de buren goed te houden. Overigens horen de buren het gedoe van Stijn amper en hebben ze ook alle begrip.

Opkomende emoties hebben een gelaagdheid in zich: de kern gaat bijna altijd over angst maar de buitenkant kent vele camouflagetechnieken die overeenkomen met de persoon die wij denken te zijn. Onze opvattingen, het denken, wordt vermengd met de emotie en leidt tot een actiegerichtheid en een oordeel over datgene wat zich heeft aangediend. We komen dan tot een naar buiten toe gericht handelen dan wel een naar binnen gekeerde verstarring. Daarin verschillen we allemaal.

Nieuwsgierigheid en ontvankelijkheid is daarom nodig om te snappen wat er vanuit de emotie feitelijk in beweging gezet wordt. De eerste reden die wij als legitimatie gebruiken is vaak niet het werkelijk sturende. Dat ‘sturende’ zit dieper in ons en vorige week spraken wij daarover als het ‘vreemde wat zich lastig laat kennen’. Onze ogen zijn er niet op gericht om het goud te zien in de modder…

Je emotie ‘onthecht’ kunnen beschouwen, schept de benodigde distantie waardoor de emotie zijn dwingende kracht verliest. Het wordt een gevoel op de achtergrond en is niet meer sturend en bepalend. De innerlijke houding is er op gericht om de emotie te willen leren kennen en niet om het te veroordelen en als ‘slecht’ te beschouwen. Je denken op een gezonde wijze wantrouwen is gewenst omdat de emotie het denken als vehikel inzet om invulling te kunnen geven aan de impuls. Het zoekt altijd naar een reden om de energie naar buiten te kunnen brengen. Er is dus eerst een gevoel, een emotie – gebaseerd op verlangen of afkeer – waarna de mentale processen ondersteunend zijn om de emotie in beweging te zetten en tot gedrag te geraken.

Dit proces van schouwen, reflectie en beheersing is alleen wenselijk als het de compassie naar jezelf en anderen dient. Al de andere beweegredenen gaan over cultuur van de groep/gezin, normen en coderingen over wie we willen en horen te zijn. Feitelijk allemaal ego redenen om iets te doen of te laten. Als de compassie voor jezelf en voor anderen het sturende, de bepalende factor is van je gedrag, dan kan je spreken van ethisch handelen. Het overstijgt het eigen (ego) belang en heeft altijd een waarde vol karakter.

Leiderschap nemen is je handelen in dienst stellen van ‘het grote’, het overstijgende. Leiderschap en macht liggen vaak dicht bij elkaar en het is daarom dat de grondtoon van het leiderschap gericht mag zijn op de compassie, op het dienende. In die beweging is het ego het functionele voertuig waarmee zaken bereikt worden. Het ego is dienend aan het ethisch kompas: dat wat van waarde is voor jezelf en voor de ander.

Namasté,

Sjaak Ruivenkamp

Comments are closed.