Op vele momenten hebben we het gehad over het lijden van de mens; groot en klein lijden, omgaan met ongemak, niet te verteren lijden en chronisch lijden omdat het gat in jezelf alsmaar niet vervuld wordt. Pijn is iets anders dan lijden: pijn overkomt ons allemaal en is verbonden met leven, liefde en verbondenheid. Pijn gaat over de rouw van het verlies; het losgescheurde gevoel iets kwijt te zijn. Rouw is een gevoel wat te vergelijken is met de zee: soms woest en grillig, soms vlak en kalm maar altijd in beweging door de vloed en eb. De moeilijkheid met rouw is om het te laten zijn en weer weg te laten gaan. Je er niet aan vast te klampen. Levenskunst wordt dat genoemd.
De mens lijdt echter het meest aan zaken die niet met rouw zijn verbonden. Het gaat dan over situaties die ons overkomen en geen recht doen aan wat we willen of juist niet willen; mentale denkpatronen die ons gedrag bepalen en ons voort drijven. In het Boeddhisme worden ze de vijf mentale vergiften genoemd. Mentale denkpatronen die een bevrijding en verlichting in de weg staan. Je daar los van maken vanuit de motivatie om verlichting te willen ervaren, werkt niet. Je zit dan nog steeds gevangen in het patroon van begeerte. Uiterst gedreven en gemotiveerd elke dag mediteren om de innerlijke criticasterstem te laten stoppen, werkt niet; je zit nog steeds in een verlangen naar iets wat er niet is.
Deze vijf mentale vergiften gaan over BEGEERTE (het verlangen, de verslaafdheid, de inhaligheid, gierigheid en gehechtheid), AFKEER (woede, haat, weerstand, boosaardigheid en aversie), ONWETENDHEID (waan, dwaling, dwaasheid en verblinding), AFGUNST (Jaloezie, anderen misgunnen, jezelf vergelijken met anderen), HOOGMOED (narcisme, jezelf geweldig vinden, arrogantie).
Patronen van denken die in ons allemaal op een ondoorzichtige wijze het gedrag bepalen. Alle vijf vergiften staan in relatie met elkaar en voeden elkaar. Zie je de complexiteit van zaken niet, is het makkelijker om je woede op een situatie los te laten. De enorme vlucht aan vakantiegangers op Schiphol doet ons eigen verlangen groeien om er ook even tussenuit te kunnen gaan (hebben we recht op); het verlangen verblindt onze zorg voor de planeet, de klimaatcrisis, en met een rationele handigheid weten we er een rechtvaardiging van te maken.
Ons hele denken zit met deze mentale patronen verweven. Er los van komen is lastig en in 1 leven wellicht niet te realiseren. Wel kunnen we op pad gaan door ons gedrag vanuit keuze te richten op het tegenovergestelde dan de vijf vergiften. Bij begeerte oefen je in vrijgevigheid, weggeven en je gehechtheid leren kennen; bij afkeer gaat de oefening over gelijkmoedigheid en vriendelijkheid; onwetendheid los je op door je elke keer af te vragen wat hier werkelijk speelt, wat de achterliggende reden kan zijn van iets (wijsheid ontstaat mede door nieuwsgierigheid); afgunst dooft langzaam uit als je anderen het geluk gunt, je niet meer vergelijkt met die ander; de hoogmoed lost op door nederigheid (niet jezelf wegcijferen), zelfspot en humor ontwikkelen.
In onze beoefening van de meditatie is het van belang om niet te gaan voor de impact van de meditatie: de rust, de ontspanning, maar de beoefening ‘om niet’ in te gaan. Niets te willen bereiken of ergens van af te komen. ‘Om niet’ wil zeggen dat het niet over de bestemming gaat maar over het pad, de weg en de tocht. Je gaat op reis en daar zit de vreugde. De toestand waarin je zit op het moment dat je naar je kussen loopt, hoeft niet weg te gaan. Het mag er allemaal zijn. Mediteren is het leren kijken naar wat in het meest korte moment van bewustzijn in de ervaring IS. Meer niet.