We zijn nu een aantal weken het begrip ‘onbehagen’ van diverse kanten aan het bekijken; daarin kunnen we vaststellen dat er veel onbehagen in onze samenleving is. Een rare paradox omdat tegelijkertijd Nederland heel hoog scoort op de wereldwijde ranking van geluk; kinderen zijn hier in Nederland gelukkig en gezondheidszorg, rechtspraak, politie en onderwijs zijn van een onwijs hoog niveau in vergelijking met andere landen. Qua sportprestaties doen we het ontzettend goed. Een klein land met een groot aantal sporten waarin we de beste zijn ter wereld.
Toch vallen er veel mensen om; eerder is gesproken over secundaire ziektewinst: een begrip wat duidt op het label ‘ziek zijn’ en de legitimatie die er dan is om uit de tredmolen van prestaties te kunnen stappen. Alleen dan – bij een fysiek of psychisch onvermogen – mag je uitstappen en de rust pakken om snel te gaan herstellen voor re-integratie: weer het werk hervatten. Het lijkt een beetje op het ontstaan van Post Traumatisch Stress Syndroom. In de 1e wereldoorlog is dit begrip ontstaan doordat een dokter merkte dat vele soldaten vanuit het front in een soort shock terecht kwamen; hij bemerkte dat als hij met ze sprak over wat ze gezien en meegemaakt hadden, de shock normaliseerde en ze weer naar het front konden gaan. Een andere vorm van re-integreren maar dan vaak met een desastreus einde.
In die zin is een crisis voor vele mensen een reden om tot een herijking te komen van de wijze waarop ze deelnemen aan het leven. Bij een behandeling van een burn-out is een belangrijk onderdeel de waardeoriëntatie die de richting geeft van de betrokkene in zijn/haar leven. Bij uitputting is het daarnaast van belang dat de JA-hoed bekeken gaat worden en een NEE-hoed in ontwikkeling wordt gebracht. Nee kunnen zeggen tegen alle prikkels, verleidingen om aan de sociale eis te blijven voldoen en Nee zeggen tegen de verwachtingen die er zijn en Nee zeggen tegen de neiging niets te willen missen. Nee zeggen is belangrijk en dient gericht te zijn op die vitale waardeoriëntatie.
De filosoof Anders Fogh Jensen benoemt onze maatschappij als een ‘projectmaatschappij’. Alles is een project met de kenmerken: vluchtig, kortdurend en re-construeerbaar. We overboeken onszelf met afspraken en projecten in een poging om de capaciteit volledig te benutten. We moeten zo veel mogelijk in een zo kort mogelijke tijd ervaren. Bucket list, vakantie, gezinsplanning, werk carrière, allemaal projecten waar we JA tegen zeggen.
Gevolg is dat we veel en vaak ‘AAN’ staan; belemmeringen buiten ons en in onszelf om het project te doen slagen, worden als onbehagen ervaren en leveren nog meer druk op. Je mag tenslotte niet falen. Als dat dreigt te gebeuren, pakken we ‘troost voedsel’ in de vorm van slechte gewoonten of verslavingen met een veelheid van vormen.
Intuïtie – je gevoel volgen – is niet altijd de goede raadgever in dit proces; de Romeinse keizer Aurelius noemde dit ‘het gemompel van het vlees’; hij bedoelde daarmee de neiging om de lichamelijke impulsen te volgen. JA zeggen tegen het gemompel van het vlees is het volgen van het Tribale brein, gericht op overleven en niet leven volgens je eigen waarde kompas.
De wilskracht die nodig is om uit dit patroon te stappen wordt getraind in de zen meditatie: stil zitten terwijl het pijn doet en ongemakkelijk voelt. Je aandacht richten op de ademhaling. Zen meditatie is het trainen van de wilskracht en zelfcontrole. Je overruled het ‘gemompel van het vlees’ en kiest voor iets wat niet overeenkomt met wat je voelt. De drang om iets te gaan doen aan een ‘project’ is groot; er ligt altijd wel iets te wachten. De cultuur waarin we leven roept dit ook: Just do it! Een verleidelijke roep om meer beet te pakken, nieuwe dingen mee te maken en alles uit jezelf te halen. De vraag is of we een crisis nodig hebben om andere keuzes te maken of gaan luisteren naar de stilte en de leegheid der dingen gaan ervaren.
Namasté,
Sjaak Ruivenkamp