Leiderschap nemen (6)
oktober 28, 2020
Leiderschap nemen (8)
november 9, 2020
Laat alles zien

Leiderschap nemen (7)

In het onderricht van zen meditatie worden door de leraar vragen gesteld aan de leerling. Het zijn vaak vragen die met het rationele denken niet opgelost kunnen worden. De leraar probeert bij de leerling een zoekende geest te ontwikkelen, uitgaande van het feit dat als je niet meer zoekt je een gevangene bent van je eigen denken. De vragen van de leraar zijn dus bedoeld om je uit die gevangenis te bevrijden.

Uit de overlevering klinken sommige vragen nog steeds door, als een echo uit een ver verleden maar nog steeds actueel. “Toon mij uw gelaat van voordat uw ouders geboren waren” Een vraag die ingaat op de vorming, de socialisatie van ons als mens door onze opvoeders. Een vraag naar de eigenheid en uniciteit, uitgaande van de veronderstelling dat opvoeden ook betekent dat de potentie en de eigenheid van het kind gemoduleerd wordt door de opvoeders en de omstandigheden. De vraag doet vermoeden dat het beeld wat je de wereld laat zien over wie jij bent, niet compleet is: er is meer en er is verschil. Wat dan het gelaat werkelijk is, mag een zoektocht zijn. Een proces van herdefiniëring, loslaten van het allesomvattend narratief over wie jij bent, open gaan staan voor de onmiddellijke ervaring en steeds meer vormgeven aan wie jij in essentie bent.

De vraag van de zen leraar helpt je om in een mentale lenigheid te geraken. Zazen – zitten in stilte – leert je om ontvankelijk te zijn en traint de aandacht en de focus. Door steeds weer in dat proces te geraken, ontwikkel je een gevoel voor nuance en subtiliteit. Dat heb je nodig om in de conceptuele wereld van werken, leven en ontmoetingen met anderen op de juiste manier te kunnen reageren. Niet vanuit de reflex, het volgen van impulsen vanuit het emotionele brein, maar vanuit een overweging, een keuze.

Het proces van zazen leert je om ‘goed te gaan voelen’ en samen met het groeiende vermogen om je impuls beschouwend te benaderen en niet gelijk te volgen, ontwikkel je een vermogen van mentale lenigheid. Het lukt je steeds beter om te schakelen in de ontmoeting met de ander. Je voelt aan, veert mee, stelt vragen én drukt jezelf steeds beter uit in wie je bent in die ontmoeting. Niet vanuit een beeld of sjabloon maar wie jij bent in die context. Dat kan en mag anders zijn dan in een andere context.

Leiderschap vraagt het vermogen om te kunnen schakelen, om de subtiele verschillen in de ontmoeting met anderen op te merken en daar proportioneel op te kunnen reageren. Niet vanuit een ego behoefte maar omdat het een antwoord is op de twee vragen: “Wat speelt hier werkelijk en wat dien ik te doen?”

Voor het geven van een antwoord heb je de vrije beschikking nodig van drie wezenlijke krachten:

  1. De verbindingskracht: ben je in staat om nabij de ander te komen; in te voelen wat er speelt? Ben je in staat om je eigenheid en je eigen belang niet uit het oog te verliezen, maar ingezogen te geraken in het verhaal van de ander. Is de onderliggende ‘drive’ om de ander te begrijpen gericht op mededogen en compassie of speelt er een ander ego belang?
  2. De Vorm kracht: op welke wijze ben je in staat om je eigen potentie neer te zetten. Jouw idee, jouw zienswijze maar ook jouw gedicht, lied, klank en kleur de wereld in te sturen omdat het op ‘aarde’ mag komen, vorm mag krijgen? Wat is daarin het ‘sturende’? Is dat om het diepgewortelde gevoel van ‘er niet toe te doen’ door de ander te laten ontmantelen of is er gewoon die wens om je uit te drukken en neer te zetten?
  3. De Interventie kracht: Soms moet je ingrijpen, zeggen waar het op staat, het achterste van je tong laten zien. Soms is de grens door de ander overschreden en mag je de ander duidelijk maken dat het niet meer oké is. In proportie, vanuit een keuze, niet vanuit de gevoelde provocatie maar proportioneel vanuit een keuze.

Deze krachten liggen in ons allen. Het vormt je oorspronkelijke gelaat! Laat het zien.

Namasté,

Sjaak Ruivenkamp

Comments are closed.