Totale acceptatie lijkt zo ver weg te zijn in ons dagelijks leven. Je hoort ook vaak om je heen dat als er iets gebeurt wat niet fijn is: “ach, het is zoals het is”. Er klinkt een zeker depressieve machteloosheid in door. Je moet je er maar bij neerleggen. Een aangeleerde hulpeloosheid die tot slachtoffergedrag leidt.
Dat is niet waar totale acceptatie over gaat. In Tara Brach’s boek over acceptatie leert zij ons dat anderen ons nemen zoals we zijn maar dat dit niet betekent dat ze instemmen met alles wat we doen. Het wil niet zeggen dat zij werkeloos toekijken als we onszelf of anderen kwetsen.
Liefdevolle aanvaarding gecombineerd met directheid en eerlijkheid is de voornaamste factor van wat we een interventie noemen. Een confrontatie is alleen zinvol als die zich richt op het gedrag. Iemand is als persoon nooit drammerig, gemakzuchtig of gemeen. Confrontaties werken alleen als het met de intentie is om contact te maken of te herstellen.
Het is niet alleen de beoefening om in liefdevolle aanvaarding naar anderen te kunnen kijken; de beoefening gaat ook over eerlijkheid en directheid ontwikkelen; het gewoon zeggen zonder het groter of kleiner te maken. Je eigen projectie er eerst uithalen om dan de ander te vertellen wat je ziet en wat het jou doet.
Je komt in een confrontatie met een ander al je eigen demonen tegen: je oordelend vermogen, je angst om niet meer gewaardeerd te worden, je woede vanwege de grensoverschrijding, je behoefte om het gedrag van de ander los van jezelf te zien. Kortom, in het kijken naar de ander zien we ook onszelf maar willen we dit niet altijd erkennen.
Erkennen dat we ingebed zijn in een zijnswereld van onderlinge verbondenheid, is de essentie van de beoefening van totale acceptatie. De ander, dat ben ik.
Namasté,
Sjaak Ruivenkamp
Met dank aan Tara Brach en haar boek:
Het leven liefhebben door acceptatie